Zou je graag een ei koken, maar weet je niet hoe dat moet? Lees dan vooral verder, want hier leer je hoe je een zachtgekookt of een hardgekookt ei klaarmaakt.
Om te beginnen laat je je ei best op kamertemperatuur komen. Haal het dus een halfuurtje op voorhand uit de koelkast. Dan prik je een gaatje in de bolle kant van je ei. Zo voorkom je dat je ei barst tijdens het koken. Vul een kookpot met voldoende koud water en voeg er zout aan toe. Leg je ei volledig in het water en breng het water aan de kook. Zo beginnen je eieren geleidelijk te koken. Vanaf het moment dat het water kookt, moet je goed in de gaten houden hoe lang je ei erin ligt. Na 3 minuten heb je reeds een zeer zachtgekookt ei. Nu is het nog lichtjes lopend. Na 4 minuten is het zacht gekookt en na 5 minuten half zacht gekookt. Voor een hardgekookt ei laat je het best 8 à 10 minuten koken. Draai het ei ook om de minuut om opdat de eierdooier in het midden zou blijven zitten.
Nadat je het ei de gekozen tijd hebt laten koken, haal je het eruit. Nu moet je het nog laten schrikken onder koud water. Hierdoor stopt het ei onmiddellijk met koken en voorkom je een zwarte of groene rand rond de eierdooier. En nu smullen maar!